Omschrijving

Situering

Erkenning van buitenlandse diploma’s (EBD) is één van de belangrijke factoren om meer Brusselaars aan een job te kunnen helpen. Hoe gebeurt de EBD in Brussel en België ? Wat zijn daarbij de hinderpalen ? Welke oplossingen bestaan er ?

 

Inleiding

De erkenning van buitenlandse diploma’s is een gemeenschapsbevoegdheid. In de Vlaamse Gemeenschap (Vlaams Gewest + Nederlandstalig Brussel) is NARIC-Vlaanderen[1] daarvoor verantwoordelijk, in de Franse Gemeenschap (= Waals Gewest + Franstalig Brussel, ook wel Fédération Wallonie-Bruxelles -FWB- genoemd) zijn er twee organisaties bevoegd, namelijk de Service des équivalences pour l’enseignement secondaire (link) voor diploma’s secundair onderwijs, en de Service des équivalences pour l’enseignement supérieur (link) voor diploma’s hoger onderwijs. Instance Bassin pleit er voor om deze twee diensten te fusioneren.

 

Goed om weten

  1. Een erkenning kan nodig zijn om in aanmerking te komen voor een job bij de overheid, of om met een niet-Europees diploma een gereglementeerd beroep uit te oefenen (arts, verpleegkundige, tandarts, architect, leraar,…), maar is ook soms een plus in de privésector (kunnen solliciteren voor een job waarvoor men een bepaald studieniveau vraagt, en verloond worden op die schaal). Naast de specifieke erkenning (meestal voor diploma’s van buiten de EER – Europese Economische Ruimte) zijn er professionele erkenningen (voor EER-diploma’s) nodig om een gereglementeerd beroep te mogen uitoefenen. Daar zijn specifieke beroepserkenningsinstanties voor verantwoordelijk (voor de erkenning van een lerarendiploma is dat bijvoorbeeld Agodi).
     
  2. Wie een studiebewijs uit de EER heeft, of drie jaar werkervaring heeft in een land van de EER en zijn diploma daar heeft laten erkennen, kan rechtstreeks een aanvraag voor professionele erkenning indienen bij de beroepserkenningsinstantie. De versoepeling van de vestigingswetgeving in Brussel en Vlaanderen speelt in het voordeel van de aanvragers. Voor niet-gereglementeerde beroepen is de erkenning van een buitenlands diploma niet verplicht, en zou het volgens HR-professionals ook geen meerwaarde opleveren, stelt de SERV. De FOD Economie is verantwoordelijk voor de nationale coördinatie van de Europese richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties.
     
  3. Een erkenning kan rechtstreeks bij NARIC-Vlaanderen aangevraagd worden door de betrokken persoon, maar de persoon kan ook beroep doen op een intermediaire organisatie. In Brussel zijn dat in de eerste plaats het Nederlandstalige Bon, (Agentschap voor Integratie en Inburgering), en het Franstalige CIRE (Centre d’Initiation pour Réfugiés et Etrangers), maar sommigen doen ook beroep op het OCMW, VDAB, Werkwinkels of de Leerwinkel). VDAB Brussel verwijst door naar Bon. Bon beschikt over een aantal medewerkers voor deze taak. Een persoon kan aanvragen indienen voor verschillende diploma’s, daarom is het aantal dossiers niet hetzelfde als het aantal aanvragers. Bij Bon kan men onder meer terecht in het Nederlands, Frans, Engels, Spaans, Italiaans, Portugees en Arabisch. In 2022 werd 83% van de aanvragen ingediend via een begeleider. Bon biedt ondersteuning bij procedures in beide gemeenschappen, en niet enkel bij NARIC-Vlaanderen.
     
  4. Het wettelijk kader voor de erkenning van studiebewijzen door NARIC-Vlaanderen is gebaseerd op de Lissabon Erkenningsconventie, het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden en de procedure tot de erkenning van buitenlandse studiebewijzen uitgereikt in het hoger onderwijs van 14 juni 2013, en het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden en procedure tot de erkenning van de gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen met Vlaamse studiebewijzen uitgereikt in het basisonderwijs en secundair onderwijs, en sommige Vlaamse studiebewijzen uitgereikt in het volwassenenonderwijs van 14 juni 2013.
     
  5. Bij een niveau-erkenning wordt onderzocht of het niveau van het diploma erkend kan worden, bij een specifieke erkenning (ook wel academische erkenning genoemd) wordt het niveau, en de specifieke inhoud van de opleiding onderzocht. In de Franse Gemeenschap hebben 70% van de aanvragen voor erkenning diploma’s hoger onderwijs betrekking op niveau-erkenningen.
     
  6. Een positieve beslissing betekent niet altijd dat de aanvrager een gelijkwaardigheid krijgt met het Vlaamse studiebewijs of niveau waarop de aanvrager gehoopt had. Zo wordt een buitenlands masterdiploma gelijkgesteld met een Vlaams bachelorsdiploma indien er geen thesis werd geschreven.  Als de aanvrager niet akkoord gaat met de getroffen beslissing, dan zijn er diverse beroepsmogelijkheden : in eerste instantie kan de aanvrager een herziening indienen (gebeurt onder meer indien er documenten ontbreken).
     
  7. België, Nederland en Luxemburg (de Benelux) erkennen het niveau van elkaars diploma’s hoger onderwijs automatisch. Het diploma moet wel uitgereikt worden door een erkende instelling. Instance Bassin zou graag Frankrijk aan deze lijst toevoegen (ongeveer de helft van de buitenlandse studenten in de FWB heeft de Franse nationaliteit).  De SERV denkt onder meer aan het toevoegen van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Ondertussen is er ook automatische wederzijdse erkenning met Estland, Letland en Litouwen (de Baltische staten). Portugal erkent automatisch buitenlandse Europese diploma’s.[2]
     
  8. NARIC-Vlaanderen is verantwoordelijk voor de specifieke erkenning die toeleidt naar de arbeidsmarkt. Om verder te studeren (bv. master) contacteer je rechtstreeks de universiteit (NL of FR). Die zal beslissen of je toegang hebt tot de opleiding op basis van je diploma. Indien dat niet het geval is, kan de universiteit alsnog een erkenning van NARIC-Vlaanderen of de FWB vragen. Om te starten met een bachelor heb je voor de Nederlandstalige universiteiten geen erkenning van je diploma secundaire onderwijs nodig (tenzij expliciet gevraagd), maar aan Fanstalige kant moet je altijd je diploma secundair onderwijs laten erkennen.
     
  9. In Vlaanderen kostte een onderzoek naar de erkenning van het niveau 90 euro in 2022, een specifieke erkenning 180 euro, en de erkenning van een doctoraat 300 euro. Een aantal maatschappelijk kwetsbare doelgroepen zijn vrijgesteld van betaling, onder meer asielzoekers en vluchtelingen, inburgeraars, werkzoekenden, en mensen die een leefloon of verhoogde tegemoetkomingen ontvangen (in 2022 was 70% van de aanvragers vrijgesteld van betaling). 

 

Vlaamse data

Het jongste jaarverslag van NARIC-Vlaanderen[3] meldt dat de organisatie in 2022 een 6.457-tal aanvragen ontving voor de erkenning van een buitenlands diploma, 734 meer dan in 2021. Er werden 3.283 niveau-erkenningen en 1.181 specifieke erkenningen verwerkt. Er werden 4.361 diploma’s erkend, waarvan 611 diploma’s van vluchtelingen. 

De top 5 van landen van oorsprong van het buitenlands diploma bestond uit Oekraïne, Marokko, Turkije, Libanon en het Verenigd Koninkrijk (dit laatste land wegens de Brexit). Beduidend meer vrouwen dan mannen dienden een aanvraag in, en de gemiddelde leeftijd van de aanvragers was 35 jaar. 14% van de aanvragers had het statuut van asielzoeker. 

11,5% van alle aanvragen werd behandeld binnen een termijn van 10 dagen, 37% binnen een termijn van 30 dagen, 54% binnen een termijn van 60 dagen, 76% van alle vragen voor niveau-erkenning werden behandeld binnen een termijn van 60 dagen. Bij de specifieke erkenningsprocedures bestond de top 3 van de studiegebieden hoger onderwijs uit geneeskunde, handelswetenschappen en bedrijfskunde, en onderwijs. Bij het secundair onderwijs was dat algemene personenzorg, specifieke personenzorg, gezondheidszorg. 

Op 14 februari 2023 werd een e-loket voor aanvragers gelanceerd dat toelaat de aanvraag voor erkenning volledig digitaal te laten verlopen (in toepassing van een Europese verordening). Een e-loket voor intermediairs bestaat al langer. 

 

Brusselse data

Enkele cijfers gepubliceerd door Instance Bassin in mei 2023 :

43,5% van de niet-werkende werkzoekenden die in maart 2023 bij Actiris waren ingeschreven, behoorde tot de categorie ‘buitenlanders zonder erkenning’, dus iedereen die in het buitenland heeft gestudeerd maar nog geen enkele erkenning van het diploma kreeg. Het gaat hier over ongeveer 38.300 mensen waarvan 13.600 over de Belgische nationaliteit beschikt, 9.000 over een Europese nationaliteit, en 15.700 over een niet-Europese nationaliteit.

Bij de niet-werkende werkzoekenden die in maart 2023 bij Actiris waren ingeschreven, had 62,8% van de buitenlanders met een Europese nationaliteit een diploma dat niet erkend is; 80,9% van de buitenlanders met een niet-Europese nationaliteit een diploma dat niet erkend is.

37,2% van de werkzoekenden die in 2022 ingeschreven waren bij een centrum van Bruxelles Formation, had een buitenlands diploma dat niet erkend werd in België (2,0% basisonderwijs, 13,7% secundair onderwijs, 13,1% hoger onderwijs en 8,4% met onbekend studieniveau). 55,2% van de werkzoekenden die in 2022 ingeschreven waren voor een opleiding bij een partner van Bruxelles Formation (OISP-organismes d’insertion socio-professionnelle, Enseignement de Promotion sociale, Formation des personnes handicapées), had een buitenlands diploma dat niet erkend werd in België (10,4% basisonderwijs, 31,6% secundair onderwijs, 9,7% hoger onderwijs en 3,5% met onbekend studieniveau)[4].

Bon en CIRE organiseren regelmatig infosessies in het Beroepenpunt, en ook online.[5] Ze organiseren ook sensibiliseringssessies en opleidingen voor tewerkstellingsconsulenten van Actiris, en medewerkers uit de SPI-sector (socioprofessionele inschakeling). 

Actiris, Bon en CIRE hebben samen de drietalige (NL/FR/ENG) website https://mijndiploma.be gecreëerd.

 

De SERV & Instance Bassin

Op 2 maart 2020 publiceerde de SERV een advies “Een efficiënte en toegankelijke erkenning van buitenlandse studiebewijzen”[6], en in mei 2023 publiceerde Instance Bassin een “Analytische nota Diploma-erkenning”[7]. Het advies van de SERV wordt in de tweede helft van 2024 geactualiseerd.

In haar advies pleitte de SERV onder meer voor :

 

 

In de nota van Instance Bassin wordt aandacht gevraagd voor onder meer :

  • de digitalisering van de procedures : maak niet alles digitaal, want papieren opsturen kan nu vaak niet meer (maar wel nog voor de erkenning van een diploma secundair onderwijs bij de Fédération Wallonie-Bruxelles);
     
  • versoepel de regels voor de aanvaarding van bepaalde documenten, en aanvaard alternatieve bewijzen.

 

Bon, de Werkwinkels & de Leerwinkel

Uit gesprekken met Bon, de Brusselse Werkwinkels & Leerwinkel komen voornamelijk de volgende pijnpunten naar voor :

  • de procedure voor de erkenning van een buitenlands diploma neemt veel tijd in beslag (dossiers komen eerst op een wachtlijst bij Naric-Vlaanderen alvorens ze behandeld kunnen worden; het dossier moet compleet zijn alvorens de wachttijd begint);
     
  • de volledige procedure kan duur uitvallen (bijvoorbeeld omdat er ook kosten kunnen bijkomen voor de beëdigde vertaling van officiële documenten);
     
  • veel diploma’s kunnen niet gelijkgeschakeld worden (een masterdiploma uit het buitenland is niet zelden equivalent met een bachelordiploma in de Vlaamse of Franse Gemeenschap);

 

Advies BANSPA

Om de procedures sneller en efficiënte te doen verlopen (fast track) pleit BANSPA voor :

  • een akkoord tussen de Vlaamse en Franse Gemeenschap voor de automatische wederzijdse erkenning van diploma’s;
     
  • meer automatische erkenningen met Europese en andere landen;
     
  • het respecteren van wettelijke maximumtermijnen voor het afhandelen van de procedure;
     
  • opnieuw realiseren van een online databank met eerdere uitkomsten van erkenningsvragen (precedentendatabank);
     
  • meer flexibiliteit aan de dag leggen met betrekking tot de studiebewijslast; 
     
  • één loket voor alles wat te maken heeft met diploma-erkenning, professionele erkenning, eerder verworven competenties (EVC) en eerder verworven kwalificaties;
     
  • nazorg aanbieden : mogelijkheden na de erkenning beter duiden, tekorten detecteren, perspectief bieden aan de klant is essentieel.
     
  • we sluiten ons aan bij de vraag van Instance Bassin om de Service des équivalences pour l’enseignement secondaire, en de Service des équivalences pour l’enseignement supérieur, te fuseren. 


 

[1] NARIC, dat staat voor National Academic Recognition Information Centre, maakt deel uit van het internationale ENIC-NARIC network.

[2] Zie ook The Triangle of Automatic Recognition, Guidelines, fort he application of de facto automatic recognition, link

[3] Jaarverslag Naric-Vlaanderen 2022, link

[4] Voor meer Brusselse info verwijzen we onder meer naar de analyse ‘Unleashing talent in Brussels’ (2023) van de OECD, link, en view.stat voor wat betreft statistieken over studieniveaus.

[5] Men kan zich inschrijven via Agenda - Mon Diplome Mijndiploma

[6] SERV advies, link

[7] Nota Instance Bassin, link